Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #44
In het oosten van Sierra Leone heb ik ooit, luidkeels en uit het hoofd, twee volle coupletten gezongen van de smartlap Ketelbinkie. Lang verhaal, maar het komt erop neer dat ik een poging deed om de kolonel van een rebellenleger, die mij en twee fotojournalisten tegen onze wil ’te gast hield’, milder te stemmen en hem ertoe te bewegen ons vrij te laten. Een stukje cultuuroverdracht naar de guerillastrijder toe, laat ons het zo maar noemen.
Het lijkt mij dan ook niet overdreven om mijzelf een liefhebber en ambassadeur van het Nederlandse levenslied te noemen. Tegelijkertijd geldt dat mijn werkelijke kennis van dit genre relatief gering is. En dat zeker als het gaat om de Nederlandstalige popcultuur. Die heeft inmiddels ook een aantal evergreens voortgebracht, maar deze zijn ontstaan in de periode waarin ik in het buitenland en in geheel andere muzieksferen verbleef.
Onbekommerd vals zingen
Er valt dus voor mij nog aardig wat laaglands muzikaal bijspijkerwerk te doen. Des te mooier dan ook dat ik afgelopen zondag het voorrecht had om, samen met mijn lief en vrienden, in Ziggo Dome de derde editie mee te maken van het ‘Herinneringen Top 50 concert’, georganiseerd door Alzheimer Nederland. Samen met zo’n 17 duizend anderen mochten wij als publiek een avondje onbekommerd vals zingen.
Voor de artiesten, zoals de operazangeres Tania Kross en de rapper Ronnie Flex, gold dat laatste uiteraard niet. Ik had van geen enkele van de zangers en zangeressen ooit een concert meegemaakt. Van een aantal van hen had ik eerlijk gezegd zelfs nooit gehoord, hetgeen uiteraard volledig mijn gebrek is. Maar na zondag durf ik te stellen dat ik aardig bij ben. En ook dat onbekommerd vals zingen een groot persoonlijk én maatschappelijk goed is.
Dat persoonlijke herkent u onmiddellijk, of u daarvoor nu wel of niet de douche gebruikt. Ik ben iemand die op de vraag ‘Kunt u zingen?’ geneigd is te antwoorden met ‘Niet dat ik weet’. Maar de vraag is natuurlijk geheel overbodig. Iedereen kan zingen. Zelfs degene die, om welke reden ook, niet beschikt over het gebruik van de stembanden kan innerlijk nog een lied laten klinken. En zich daarmee ook nog eens een stuk opgewekter voelen.
Niet alleen
Dat het samen zingen eveneens een maatschappelijk goed vertegenwoordigt, ligt minder voor de hand. Maar in Ziggo Dome meende ik daarvan iets meer te gaan begrijpen. Het heeft ook te maken met de teksten van de liederen die we graag samen kwelen. Teksten die van allerlei bezingen, maar als basistoon een bekende regel van De Dijk hebben: ‘Ik kan het niet alleen.’ En niet toevallig is al drie jaar op rij het populairste lied van de Alzheimer Nederland-avond dat van Claudia de Breij: ‘Mag ik dan bij jou.’
Daar mag je spottend over doen, maar terecht is dat niet. Het samen onbekommerd vals zingen is eigenlijk, hoe uitzinnig luid ook gebracht, een wat onhandige en toch bijzonder intieme liefdesverklaring aan je medemens. Dat kan in het Nederlands van de zangers in Ziggo Dome, maar ook in andere talen. Zoals in het Engels, want denk maar eens aan een vol Brits voetbalstadion.
Het kan zeker in het Engels van een van de geliefdste Nederlandse zangers van het levenslied. Ja toch, Lee Towers? You’ll never walk alone.
Kees Broere